Elbert Lambertsz Swem
Elbert Lambertsz Swem,
geb. op 02-12-1703 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 02-12-1703 te Huijsen.- Vader:
Lambert Gerritsz Swem, zn. van Gerrit Hendricksz Swem,
geb. in 1676 te Huijsen; 184-3218A089; 22-05-1733: 57 jaar,
ovl. op 02-06-1751 te Huijsen,
begr. op 02-06-1751 te Huijsen; Impost: f 3,-,
, -
Kroniek L.R.Lustigh-176-1527; Folio 179-180; 29-12-1718:
en Hoogelijk gepresen, dat hij ons noch niet in sijn toorn
heeft geremieert, maar ons noch in sijne barm-
hertigheijt ontfermt heeft, Ja in het selve voorz
afgebrande Huijs, daar sijn niet alleen in verbrant
ontrent 100 mudde, soo gedorste als ongedorste
rogge en boeckweijt van onse schout, maar daar
is ook in verbrant alle het Linnen, wollen, bedde
bolster, kas, weeftouw, ende allerhande Huijsraat
van Lambert gerritz swem, van sijn vrouw peetje
elberts, en van sijn soon gerrit L. swem, welcke personen
in dit Huijs woonden, ende ter nauwernoot, bij na naakt
uijt dit Huijs quaemen, ende alsoo het den voornoemden
Lambert swem, mijn na neef, noch eerst gewaar
wierde, van datter in 't agterhuijs brant was, soo
weckte hij sijn zoon, sijn voorz vrouw, ende Janne
goossens met haar dogter Stijntje, die in de kamer
woonden, op, welcke ter nauwer noot haar kasken
en mubeljes, daar uijt kreegh, vervolgens soo gingh
Lambert swem met sijn siecke Lijf noch, en klopte
de voorgemelde Jannetje Witten, met alle die daar
in woonden, op, voorts Liep de soon gerrit swem na
de klock, ende de koster opgeweckt hebbende
roerde en klepte hij den brant klock Etc
Hoe het voornoemde Huijs in brant is geraakt, weet
Ik noch niet, de Heer onse godt die het weet, Ik sal
het wel Ligt noijt weten, altijt daar vallen
bij ons menschen veele discoursen over, want
den eenen zustineert sus, ende den ander soo
dogh van drie een is seecker, namentlijk, door een
brant stigter, of door onversigtigheijt onnoselheijt
of onwetentheijt van Lambert swem, zoon
of vrouw, ofte door den Jongen Hont, die daar in ver-
brant is, dat die met sijn Haijrbrandende Lijf bij
den rogge mijt is gekropen, daar hij doot lagh, altijt
soo schijnt de brant aen den rogge mijt aengekoe-
men te sijn
-
ORA-184-3217A009; 29-01-1723: Lijsbet Gijsberts laast weduwe van Jacob (Gerritsz) Swem ter eenre en Lambert (Gerritsz) Swem enigste broeder en universele erffgenaam van de voorn: Jacob (Gerritsz) Swem aan wie hij f 25:10:- geleend had,
tr. op 01-02-1699 te Huijsen; Pro Deo.
- Moeder:
Pietertien Elberts , dr. van Elbert Dircksz Cos en N1 Tijmens Dam,
L.R.Lustigh-176-1527;blz.180: brand naakt uit huis gevlucht,
ONZEKER OF DIT HAAR VADER IS,
ovl. op 27-10-1729 te Huijsen; DTB-20,
begr. op 31-10-1729 te Huijsen; Pro Deo,
, -
ONZEKER OF Elbert Dircksz Cos HAAR VADE IS ???.
>